Veelgestelde vragen
Kijk voor uitgebreide informatie over de energietransitie, windturbines, zonne-energie en andere vormen van duurzame energie op de landelijke website van de Regionale Energie Strategie.
Filter
Het project
Neen, zon en wind op land zijn onmisbaar voor het behalen van de klimaatdoelen. Dit blijkt uit een rapport van CE Delft dat zij schreven in opdracht van actiegroep Windalarm en Nederlandse Vereniging Omwonenden Windturbines. Holland Solar, Energie Samen en NWEA erkennen dit: zon en wind zijn samen de sleutel voor het behalen van de klimaat- en energieambities. Het uitsluiten van wind en zon op land is daarom onverstandig.
De komende jaren is er meer duurzame energie nodig om de klimaatdoelen te behalen. Het kabinet heeft de doelstelling om in 2030 een CO2-reductie te realiseren van 55 procent. Helaas zijn we nog ver verwijderd van het behalen van dit doel. Met de huidige maatregelen weten wij slechts 44 procent reductie te bewerkstelligen. Ook de grote ambities voor groene waterstof en elektrificatie van de industrie vragen om hogere doelstellingen voor hernieuwbare energieopwekking op land. Daarom is het belangrijk dat er tempo gemaakt wordt in het realiseren van de energietransitie.
Ook na 2030 zijn er maar een paar opties beschikbaar om een volledig duurzame energievoorziening te realiseren. Minder wind en zon op land betekent meer duurzame energie importeren. Naast dat deze optie nog niet voldoende beschikbaar is, geeft dit onnodige extra kosten en maakt het ons meer afhankelijkheid van andere landen. Het is zonde om goedkope Nederlandse duurzame energie uit te sluiten.
Het klopt dat het elektriciteitsnet steeds meer onder druk staat. Dat noemen we netcongestie. We zijn hiervan bewust en in gesprek met de betrokken partijen. We streven ernaar tijdig een aansluiting te krijgen.
Het project de Duurzame Polder wordt gedragen door twee gemeenten, met twee verschillende gemeenteraden. Hoewel we samen optrekken om de polder in te richten met windturbines, kan elke gemeente daar zijn eigen invulling aan geven.
De keuze voor minimaal 1 km afstand tot de bestaande bebouwde kom in ’s-Hertogenbosch is in de gemeenteraad vastgesteld en is een politieke keuze. Dit is een ruimere afstand dan benodigd op basis van de berekende geluidsbelasting. Dit blijkt ook uit de resultaten van de Plan-MER. Hierin staat dat 1 km afstand overeenkomt met een geluidsbelasting van 42 dB. Het aanhouden van de afstand van 1 km resulteert dus in een lagere geluidsbelasting op woningen in de bebouwde kom. De gemeenteraad van Oss heeft, op basis van haar politieke discussie, voor een minimale afstand van 2 km gekozen.
De Duurzame Polder is de verzamelnaam voor de Geffense, Lithse, Nulandse en Rosmalense polder, anders gezegd: de polder tussen Oss en ‘s-Hertogenbosch. Provincie Noord-Brabant en gemeenten Oss en ’s-Hertogenbosch willen duurzame energie opwekken in de Duurzame Polder met windturbines.
Met grote zorgvuldigheid zoeken we samen naar de juiste locatie voor deze windturbines. Tegelijkertijd kijken we in het gebied naar ontwikkelkansen voor wonen, gezondheid, landbouw, natuur, water, bodem, klimaatadaptatie, cultuurhistorie en recreatie.
Afgesproken is dat Nederland overschakelt naar duurzame energie. Deze energie wordt opgewekt op zee – dat regelt het Rijk - en op land. Dat laatste regelen regionale energieregio’s. In de Regionale Energie Strategie (RES) hebben gemeenten aangegeven hoeveel duurzame energie ze in 2030 kunnen opwekken via nog te bouwen windturbines en zonneparken voor de periode van ongeveer vijfentwintig jaar.
De gemeente Oss heeft de ambitie om in 2050 klimaatneutraal te zijn. Gemeente 's-Hertogenbosch heeft met het vaststellen van het bestuursakkoord 2022 haar ambitie van klimaatneutraliteit versneld naar uiterlijk 2045. In de energienota van de provincie Noord-Brabant staat dat in 2030 al 50 procent van alle energie uit duurzame bronnen moet komen. In diverse onderzoeken komt het poldergebied voor beide gemeenten naar voren als een plek waar grootschalige opwekking van wind- en zonne-energie mogelijk is.
De gemeente ’s-Hertogenbosch heeft in het Bestuursakkoord 2022-2026 vastgelegd dat zij voor 2030 16 windturbines wil realiseren in de Duurzame polder, binnen de bestaande randvoorwaarden. De windturbines moeten vóór 2025 vergund zijn.
De gemeente Oss heeft als doelstelling voor de Lithse en Geffense polder het realiseren van 0,514 PJ aan windenergie. Hoeveel windturbines precies nodig zijn om deze hoeveelheid energie op te wekken, hangt af van het type windturbines dat wordt gekozen en de opstelling van de molens.
In de Duurzame Polder komen geen zonnevelden.
Bij deze opgave is een integrale gebiedsbenadering afgesproken waarin naast de energieambitie ambities voor onder meer landbouw, natuur, recreatie en cultuurhistorie een plaats krijgen.
De aarde warmt op, veel planten en diersoorten verdwijnen, de zeespiegel stijgt en we zien wereldwijd steeds meer extreme weersverschijnselen zoals hittegolven, droogte, bosbranden en overstromingen. Als we onze aarde leefbaar willen houden voor onze kinderen en kleinkinderen, moeten we anders gaan produceren en consumeren. Daarom nemen we maatregelen die bijdragen aan een beter milieu en een gezonde economie, zoals het verduurzamen van onze energiehuishouding. Dat betekent dat we veel meer energie duurzaam moeten gaan opwekken. Tot 2030 zijn windmturbines – als werkpaard van de energietransitie - daarvoor een belangrijke bron.
De ontwikkelingen in de techniek helpen ons om projecten steeds slimmer én duurzamer aan te pakken. Het is goed dat er op meerdere manieren en door veel verschillende partijen wordt gewerkt aan innovaties voor het opwekken van duurzame energie. Op dit moment zijn enkel windmolens en zonnepanelen voldoende ontwikkeld om grootschalig te kunnen bijdragen aan het realiseren van onze energiedoelstellingen tot 2030, zoals afgesproken in het Klimaatakkoord.
Wanneer er daadwerkelijk windturbines in de polder komen, is nu nog niet precies te zeggen. Wat we wel weten is dat de windturbines vóór 2025 vergund en voor 2030 gerealiseerd moeten zijn. Beide gemeenten hebben zich hieraan geconformeerd.
Dat is op dit moment nog niet bekend. De exacte aantallen en locaties worden door initiatiefnemers bepaald wanneer zij een vergunningsaanvraag voorbereiden. Zij dienen zich daarbij te houden aan de voorwaarden die de gemeenten stellen in het Voorkeursalternatief.
De gemeente ’s-Hertogenbosch heeft in het Bestuursakkoord 2022-2026 vastgelegd dat zij voor 2030 maximaal 16 windturbines wil realiseren in de Duurzame Polder, binnen de bestaande uitgangspunten.
De gemeente Oss heeft als doelstelling voor de Lithse en Geffense polder het realiseren van 0,514 PJ aan windenergie. Hoeveel windturbines precies nodig zijn om deze hoeveelheid energie op te wekken, hangt af van het type windturbines dat wordt gekozen en de opstelling van de turbines.
In de gemeente 's Hertogenbosch komen de windturbines minimaal één kilometer van de bebouwde kom te staan. In gemeente Oss op minimaal twee kilometer.
Naast windturbines en zonnevelden is gekeken naar het leggen van zonnepanelen op daken. Dit heeft de voorkeur boven zonnevelden in agrarisch of natuurgebied. Met succes, want doordat meer zonnepanelen op daken zijn gerealiseerd, zijn in de Duurzame Polder minder windturbines nodig. Maar met alleen daken vol zonnepanelen halen we de energiedoelstellingen van beide gemeenten niet. Daarom blijft opwekking van energie met windturbines nodig.
Op dit moment zitten we midden in de zogenaamde beoordelingsfase waarin iedereen kan reageren op het concept Voorkeursalternatief. Alle input uit het atelier, voorliggende consultatie en de inloopmomenten wordt gebundeld en meegegeven aan de gemeenteraden ter voorbereiding van die bespreking.
Hierna start de formele besluitsvormingsroute binnen beide gemeentes. Deze route ziet in hoofdlijnen als volgt uit (data onder voorbehoud):
- Bespreking in de raadscommissies van Oss en 's-Hertogenbosch (maart 2024)
- B&W: vaststelling Ontwerp-programma
- Terinzagelegging Ontwerp-programma inclusief Plan-MER gereed (mei – juni 2024)
- Verwerken van de zienswijzen (zomerreces)
- B&W raadsvoorstel (september)
- Vaststellen Voorkeursalternatief in beide gemeenteraden (oktober)
Het vaststellen van het Voorkeursalternatief is een belangrijke mijlpaal voor de Duurzame Polder. Daarna belandt het project in de vergunningen- en project-MER fase. Dit is de fase waarin initiatiefnemers de plannen uitwerken, met concrete posities voor de windmolens, om daarmee een omgevingsvergunning aan te vragen.
Dit concept Voorkeursalternatief biedt nog geen concreet zicht op aantallen windmolens, maar biedt een richtinggevend kader. Het concept Voorkeursalternatief zal vertaald worden in het Programma, waarin wordt vastgesteld waaraan initiatieven moeten voldoen.
De verkenningsfase vond plaats van 2018 tot en met 2021 en draaide om de vraag: is de polder tussen Oss en ’s-Hertogenbosch geschikt voor het opwekken van duurzame energie? Via bijeenkomsten hebben bewoners, bedrijven, belangenorganisaties en overheden hun belangen ingebracht. In het Eindrapport Verkenning Duurzame Polder (2020) staan onder andere:
- Een overzicht van de belangen in de Duurzame Polder, zoals wonen, gezondheid, landbouw, cultuur, recreatie en natuur;
- Het verhaal van de polder: hoe het gebied door de eeuwen heen is veranderd;
- De technische mogelijkheden voor het opwekken van zonne- en windenergie in de Duurzame Polder;
- Een aantal perspectieven voor de ontwikkeling van de polder;
- De mogelijke rol van de overheden bij de eventuele planvorming voor de bouw van windturbines in de Duurzame Polder.
De besluitvorming over deze fase vond plaats in oktober 2020 (’s-Hertogenbosch) en januari 2021 (Oss). Aanvullend heeft in mei 2021 de gemeenteraad van ‘s-Hertogenbosch de opgave bijgesteld voor het Bossche polderdeel naar aanleiding van het besluit over de RES 1.0.
Windenergie opwekken gebeurt in Nederland voor het grootste deel op zee. Hiervoor zijn ambitieuze doelen opgenomen in het Klimaatakkoord. Dat is niet genoeg om ons doel te halen. Daarom is in het Klimaatakkoord afgesproken, dat we ook op land grootschalig zonne- en windenergie gaan opwekken.
De gemeenteraad van ’s-Hertogenbosch heeft eerder besloten om op zoek te gaan naar 100 hectare zonnevelden buiten de Duurzame Polder, om zo de opgave binnen de polder te verkleinen. Deze uitvraag heeft niet de gewenste 100, maar 50 hectare opgeleverd aan potentiële zonnevelden. Deze worden gerealiseerd. De resterende opgave nemen we mee in de vorm van windenergie. Windenergie vraagt veel minder ruimtebeslag dan zonne-energie en is te combineren met andere functies zoals landbouw en natuur.
De gemeente Oss heeft dit gebied aangewezen als grootschalig agrarische productiegebied met windturbines. De Duurzame Polder is voor de gemeente Oss dan ook vooral primair agrarisch gebied.
Dat betekent dat binnen een gemeente geen broeikasgassen (zoals bijvoorbeeld CO2)worden uitgestoten óf dat deze uitstoot wordt gecompenseerd met maatregelen waardoor extra CO2 uit de lucht wordt gebonden.
Het begrip energieneutraal gaat over het energieverbruik van een gemeente. Een gemeente is energieneutraal als het energieverbruik binnen de gemeente op jaarbasis op 0 uitkomt. Dit komt doordat er evenveel energie wordt opgewekt als verbruikt. De hoeveelheid energie die verbruikt wordt, wordt zelf opgewekt. Bijvoorbeeld door middel van zonnepanelen of windturbines, of manieren om warmte te winnen. Het besparen van energieverbruik is ook een middel dat bijdraagt aan het sneller energieneutraal worden.
Nee, zowel de gemeente Den Bosch als de gemeente Oss heeft een eigen opgave rondom windenergie te realiseren. Dit betekent dat Den Bosch geen opgave van Oss overneemt en vice versa.
We zijn hierover in gesprek met Defensie. Het gebied van de Duurzame Polder maakt deel uit van het laagvlieggebied Maas-Waal voor militaire vliegtuigen en helikopters van het ministerie van Defensie. Er gelden op dit moment geen juridische beperkingen voor de ontwikkeling van grootschalige windenergie in de polder, omdat het laagvlieggebied niet is opgenomen in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (BARRO).
In Nederland moeten alle windmolenopstellingen getoetst worden op een mogelijke verstoring vanaf ca. 90 meter hoogte op de radarsystemen van Defensie.
De gemeenteraden van Oss en Den Bosch hebben al een keuze gemaakt waar de energieopgaven gerealiseerd zouden moeten worden, dat besluit is al genomen. Het zoekgebied voor windturbines in de Duurzame Polder is dus al bepaald. De invulling hoe de opgaven daadwerkelijk gerealiseerd gaan worden, is nu (in fase 2, de ontwerpfase) aan de orde. Bewoners en andere belangstellenden kunnen hierover meedenken.
Energietransitie
De energietransitie betekent de overgang van stroom uit fossiele brandstoffen zoals gas, kernenergie en steenkolen naar volledig groene energie. Duurzame (groene) energie kennen we nu al vanuit zon, wind, biomassa, geothermie en water. Het doel van de transitie is om een geheel duurzame energievoorziening te hebben in 2050 in Nederland, die dan voor 100% bestaat uit groene energie. Deze afspraken zijn vastgelegd in het Energieakkoord en opgenomen in het Klimaatakkoord.
Op 28 juni 2019 publiceerde het kabinet het Klimaatakkoord: de Nederlandse uitwerking van de internationale klimaatafspraken van Parijs (2015). Het Klimaatakkoord heeft één doel: het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen. We gaan met elkaar de CO2-uitstoot sterk verminderen: in 2030 met de helft ten opzichte van 1990.
Daarbij wordt niet alleen gekeken naar hoe we elektriciteit en warmte opwekken en gebruiken, maar ook naar de uitstoot van broeikasgassen in andere sectoren, bijvoorbeeld in de landbouw en in de industrie.
Één van de afspraken uit het Klimaatakkoord is dat 30 energieregio’s in Nederland onderzoeken waar en hoe het best duurzame elektriciteit op land (wind en zon) opgewekt kan worden. Maar ook welke warmtebronnen te gebruiken zijn zodat wijken en gebouwen van het aardgas af kunnen. Waar is ruimte en hoeveel? Zijn de plekken maatschappelijk gezien acceptabel en financieel haalbaar? In een Regionale Energiestrategie (RES) beschrijft elke energieregio zijn eigen keuzes. De gemeenten Oss en ’s-Hertogenbosch vallen onder de RES-regio Noordoost Brabant. De eerste versie van de RES is in 2021 vastgesteld door de gemeenten. In 2023 komt een volgende versie, waarin ook een milieubeoordeling zal worden opgenomen.
De energietransitie is niet voltooid na 2030. In 2050 is de ambitie om vrijwel alleen duurzame energiebronnen te gebruiken. Meer opwekken dan de opgave is daarom zeer wenselijk voor op opgave na 2030.
We hebben in ons land te maken met veranderingen van het klimaat. We zien de laatste jaren perioden van extreme droogte, maar ook perioden van veel regenval, zelfs overstromingen. Bij klimaatadaptatie gaat het om handelingen die de negatieve gevolgen van klimaatverandering minimaliseren of voorkomen. Dus: wat kun je doen om je te wapenen tegen deze situaties?
Waterberging is een van de bekendste maatregelen in het kader van klimaatadaptatie, maar ook dijkverzwaring valt hieronder.
Windenergie
Windturbines gaan ongeveer 20 tot 25 jaar mee. Fundering, mast en bedrading van windturbines zijn voor ongeveer 85 tot 90 procent recyclebaar. Het recyclen van de rotorbladen van de windturbines is nog lastig. In Europees verband wordt er op dit moment uitgebreid onderzoek gedaan hoe ook de bladen hergebruikt kunnen worden. Verder spreken de gemeenten met de exploitant van de windturbines af hoe de turbines na het verstrijken van de levensduur worden verwijderd. De kosten van het opruimen van de turbines inclusief de restmaterialen komen voor rekening van de exploitant.
In de gemeente Den Bosch komen de windturbines minimaal één kilometer van de bebouwde kom te staan. In de gemeente Oss is dat minimaal twee kilometer. Welke afstand geldt als je in het ‘tussengebied’ woont, bijvoorbeeld als je officieel in de gemeente Oss woont maar je huis ligt dichter bij de gemeente Den Bosch?
Als je huis in de huidige bebouwde kom ligt in de buurt van de gemeentegrens zullen de turbines op het grondgebied van Oss op 2 km of meer van je huis komen te staan, en de turbines in Den Bosch op 1 km of meer van je huis. Als je niet in de huidige bebouwde kom woont maar in het buitengebied zal de (toekomstige) wettelijke regeling worden toegepast voor het bepalen van de verplichte afstand; deze regeling wordt volgend jaar verwacht en daar zullen we aan moeten voldoen.
We kunnen in de gemeente Oss nog niet aangeven hoeveel windturbines daar gerealiseerd worden. Dat hangt onder meer af van het type windmolen dat wordt gekozen. Een windturbine van 200 meter heeft immers een andere opbrengst dan eentje van bijvoorbeeld 150 meter. Dat er windturbines komen, staat vast. Op welke locaties, hoeveel en hoe kunnen bijvoorbeeld slimme combinaties gemaakt kunnen worden vanuit de integrale gebiedsontwikkeling, dat is nog niet bekend. Daarover kan iedereen zijn of haar mening geven, zodat ook andere waarden en kansen in het gebied tot stand kunnen komen). Daarvoor zijn en worden de bijeenkomsten georganiseerd.
Windmolens moeten aan strenge wettelijke veiligheidseisen voldoen. Hierop wordt getoetst bij de aanvraag en verlening van de vergunningen. Wij houden rekening met de wettelijke en onderzochte veiligheidseisen. Gebruikelijk is dat we de windmolens plaatsen op gepaste afstand van woningen of andere functies waar mensen verblijven of die gevoelig zijn.Windmolens moeten aan de geldende wettelijke veiligheidseisen voldoen. Hierop wordt getoetst bij de aanvraag en verlening van de vergunningen. Wij houden rekening met de wettelijke en onderzochte veiligheidseisen. Gebruikelijk is dat we de windmolens plaatsen op gepaste afstand van woningen of andere functies waar mensen verblijven of die gevoelig zijn. Nederland heeft geen afstandsnorm (een minimale afstand tussen een windturbine en een woning) om hinder te voorkomen. Voor de maximale geluidsbelasting en slagschaduw op gevoelige objecten, zoals woningen, worden landelijk nieuwe normen bepaald. Deze zijn naar verwachting eind 2023 gereed. In de gemeente 's Hertogenbosch komen de windmolens minimaal één kilometer van de bebouwde kom te staan. In gemeente Oss minimaal twee kilometer.
In het Plan-MER zijn twee verschillende soorten windmolens onderzocht.
- Type 1 "het minst grote type" met een tiphoogte van 192,5 m en een
jaarlijkse opbrengst van 12.000 MWh. - Type 2 "het grootste type" met een tiphoogte van 261 m en een jaarlijkse opbrengst van 24.000 MWh
Geluid
In de vergunningen die straks worden afgegeven, staan precieze voorschriften over het geluid dat een turbine mag maken. Als een windturbine defect is produceert het tonaal geluid. Dit komt niet vaak voor, maar als het zich voordoet, wordt de oorzaak onderzocht en het probleem opgelost. Ook een oudere turbine moet zich namelijk houden aan de geluidsnormen. Het is aan de exploitant om voor reparatie van een turbine te zorgen. Lukt dat niet, dan kan een turbine zelfs worden stilgelegd. De exploitant heeft er baat bij om de windturbine optimaal te laten functioneren om zoveel mogelijk energie op te wekken. Kortom: reparatie van de windturbine zal normaliter snel en adequaat plaatsvinden.
Ondanks dat regelmatig anders wordt beweerd, hebben infrasoon geluid en Laag Frequent Geluid (LFG) geen andere effecten op mensen dan 'gewoon' geluid. LFG is in de omgeving hoorbaar en veroorzaakt een deel van de hinder. Dit geldt echter niet voor het (meest laagfrequente) infrasone geluid. Infrasoon geluid is voor mensen bijna nooit waarneembaar.
LFG draagt wel verder en wordt minder goed tegengehouden door muren en ramen, vergelijkbaar met de bassen van muziek die je binnen of ver weg nog kunt horen. Infrageluid kan dus heel ver komen (zelfs de wereld rondgaan) en dat is met gevoelige instrumenten goed te meten. Voor mensen is dat bijna nooit waarneembaar. Infrageluid en LFG is geen specifiek kenmerk van windturbinegeluid, maar zit in het geluidspectrum van allerlei geluidbronnen. Van gezondheidsklachten is de link met LFG niet met wetenschappelijk onderzoek bewezen: er zijn geen aanwijzingen dat LFG van windturbines andere effecten hebben om omwonenden dan gewoon geluid. Wij volgen het advies van RIVM en de daaruit volgende wetgeving. Meer hierover in artikel Laagfrequent en infrageluid - Feit en fictie over de gezondheidseffecten in Tijdschrift Geluid.
Kortom:
LFG en infrasoon geluid heeft geen ander effect op mensen dan ‘gewoon’ geluid
LFG en infrasoon geluid wordt niet alleen door windturbines veroorzaakt, maar door allerlei geluidsbronnen (zoals verkeer, spoor en industrie)
Net als ‘gewoon’ geluid kan LFG leiden tot overlast of hinder, maar dat hoeft niet zo te zijn.
Het geluid dat windturbines maken, komt vooral door het bewegen van de wieken. Hoeveel geluid je hoort als je bij een windturbine staat, hangt van een aantal zaken af. Nieuwere windturbines maken minder geluid dan oudere modellen. En als het harder waait, maken de wieken meer geluid. Het maakt daarnaast uit hoe dicht bij of ver af je staat. Ook het andere omgevingsgeluid heeft invloed op wat je hoort en ook de kenmerken van de omgeving. Een harde ondergrond in de omgeving van de turbine levert een hoger geluidniveau op dan een bijvoorbeeld een weiland. ’s Nachts als er minder omgevingsgeluid is, zul je een windturbine beter horen dan overdag. Voor geluid geldt dat je het niet zomaar bij elkaar kunt optellen. Bijvoorbeeld: van twee stofzuigers die elk 60 dB geluid produceren, is het totale geluidsniveau 63 dB, en niet de som 120 dB van de beide afzonderlijke niveaus. Voor de maximale geluidsbelasting en slagschaduw op gevoelige objecten, zoals woningen, worden landelijk nieuwe normen bepaald. Deze zijn naar verwachting eind 2023 gereed. Lees voor meer informatie over windturbines en geluid deze factsheet van RVO. https://www.s-hertogenbosch.nl/plannen/notitie-reikwijdte-en-detailniveau-mer-duurzame-polder
In Nederland gelden op dit moment geen normen voor windturbines. Het Rijk is bezig met het opstellen van nieuwe normen voor windturbines voor geluid, slagschaduw en externe veiligheid. Tot het Rijk de normen heeft vastgesteld, kunnen gemeenten zelf normen stellen. Deze moeten voorzien zijn van een actuele, deugdelijke, op zichzelf staande en relevante motivering voor de lokale situatie.
In het project de Duurzame Polder wordt in het concept voorkeursalternatief uitgegaan van maximaal 47 dB Lden voor woningen in het buitengebied, met 45 dB Lden als streefwaarde. Dit sluit aan op de nieuwe landelijke conceptnorm, die naar verwachting medio 2025 wordt vastgesteld.
Lees voor meer informatie over windturbines en geluid deze factsheet van RVO.
Internationaal is afgesproken dat geluid onder de 20 Hz infrageluid is. Er is niet zo'n afspraak over laagfrequent geluid (LFG). Het ene land heeft 80 of 100 Hz als bovengrens, een ander land 160 Hz. Het is meestal niet duidelijk of de ondergrens van LFG 20 Hz is of dat infrageluid is inbegrepen.
Het geluid van een hogere windturbine hoeft niet sterker te zijn dan het geluid van een lagere windturbine. Zeker de laatste jaren neemt de geluidsterkte niet meer toe met de hoogte van een windturbine, omdat turbinefabrikanten gericht zijn op het ontwerpen van steeds stillere windmolens.
Een hogere windturbine kun je wel van grotere afstand zien. We weten dat het zien van een windturbine zorgt dat je meer hinder ervaart. Daardoor kan het zijn dat je meer hinder hebt van een hogere windturbine. Bovendien kunnen hogere windturbines wind vangen, terwijl het op de grond windstil is. Als dat gebeurt is er geen achtergrondgeluid, waardoor er overlast kan zijn. De geluidbelasting wordt daarom berekend met gegevens over de wind op de ashoogte van windturbines.
Zie verder de notitie Maken grote windturbines > 3MW meer lawaai dan kleinere <3 MW?
Als er overdag redelijk of veel wind is, maar 's avonds de wind gaat liggen, gebeurt dat alleen nabij de grond. Hogerop blijft de wind doorwaaien. Het verschil in windsnelheid tussen de onder- en bovenkant van de wiektips (bij die tips ontstaat het meeste geluid) zorgt ervoor dat de lucht niet meer optimaal langs het wiekoppervlak stroomt en daarbij wordt meer geluid geproduceerd
Snelwegen produceren veel geluid, ook bij lage frequenties. In vergelijking daarmee produceren passagierstreinen minder laagfrequent geluid (goederentreinen meer) en hoor je treinen niet continu (alleen bij passages). Een belangrijk verschil is dat verkeer 's nachts afneemt, maar wind op de hoogte van windturbines (gemiddeld genomen) niet. Windparken moeten minimaal aan de geluidnormen voldoen, net als weg- en treinverkeer. Daarbij gelden voor windenergie strengere normen, vanwege het hinderlijker karakter van het geluid. Zie hier voor meer informatie.
In het project de Duurzame Polder streven we naar een maximale geluidsbelasting van maximaal 45 dB Lden. Dit sluit aan op de nieuwe landelijke conceptnorm, die naar verwachting medio 2025 wordt vastgesteld.
Ter vergelijking: 40 dB komt overeen met zacht gesprek tussen twee personen. En 50 dB is vergelijkbaar met het geluid van een stofzuiger.
Gezondheid
In 2020 heeft het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu onderzoek gedaan naar wat bekend is over de gezondheidseffecten van windturbines. Uit dat onderzoek blijkt dat er een duidelijke relatie is tussen geluid van windturbines en hinder: hoe sterker het geluid (in dB decibel) van windturbines, des te groter de hinder ervan. Bij een deel van de omwonenden kan er dus hinder optreden, ook al voldoet het windpark aan de geluidsnormen.
Voor andere gezondheidseffecten zijn de resultaten van wetenschappelijk onderzoek niet eenduidig: deze effecten hangen niet duidelijk samen met het geluidniveau, maar soms wel met de ervaren hinder. Zo hebben omwonenden minder hinder van het geluid van de windturbines als ze betrokken werden bij de plaatsing ervan. Ook geluidgevoeligheid, de houding ten opzichte van windturbines, visuele aspecten en economisch voordeel zijn factoren die de hinder mede kunnen beïnvloeden.
Kijk op de website van het RIVM voor meer informatie over.
Nee, 50 windturbines zijn niet 50 keer zo erg als 1 windturbine. Hoeveel wel, hangt sterk af van waar de turbines staan. Een opstelling in een lijn is visueel (zicht en slagschaduw) het minst erg, in een cirkel om je heen het ergst. De ervaren kracht van het geluid zal bij 50 windturbines misschien twee keer zo luid zijn als één turbine, maar zeker niet meer dan vier keer (voor de rekenaars: het geluidsvermogen van 50 turbines is maximaal 10*log50 = 17 dB hoger dan 1 turbine).
Er zijn geen aanwijzingen dat windturbines bijdragen aan hogere concentraties of grotere verspreiding van vervuilde lucht, fijnstof of stank in de omgeving. Dit blijkt onder meer uit het onderzoek uit 2016 ‘Impact windmolens op verspreiding luchtverontreiniging’ na de komst van zes windturbines nabij de staalfabriek van Tata Steel. Uit dit onderzoek bleek dat er geen verandering groter dan 1% zou voorkomen. Onderzoek uit 2017 in het kader van de MER voor windpark Elzenburg-De Geer in Oss toont aan dat windturbines geen negatief effect hebben op de verspreiding van fijnstof (PM10) en stikstofoxiden (NOx) vanuit omliggende bedrijven. Bovendien is er geen effect op de verspreiding van geur. Omdat windturbines bijdragen aan de transitie naar schone energie, dragen windturbines op termijn bij aan een verbetering van de luchtkwaliteit vergeleken met de situatie waarin we meer gebruik maken van fossiele brandstoffen.
Participatie
Het betrekken van bewoners, initiatiefnemers en andere belanghebbenden, vinden de gemeenten en provincie van groot belang. De omgevingsparticipatie, die in 2019 is gestart, is verder doorgezet in de volgende fasen vanaf najaar 2022 tot besluitvorming eind 2024. Met een tentoonstelling, werkateliers, bewonersbijeenkomsten, inloopmomenten én online consultaties werden ideeën en suggesties opgehaald. In 2020 en 2021 hebben de gemeenteraden mede aan de hand daarvan uitgangspunten voor het project vastgesteld.
Sinds 2022 is de input uit de omgeving onderdeel van het ontwerpend onderzoek. In datzelfde jaar gingen verschillende milieuonderzoeken van start. Dit alles heeft het concept Voorkeursalternatief opgeleverd.
In de agenda vindt u een overzicht van de geplande bijeenkomsten.
De gemeenten en provincie hebben de verkenning uitgevoerd in een uitgebreid proces van omgevingsparticipatie. Er zijn bewonersbijeenkomsten, themasessies met stakeholders en een gezamenlijke bijeenkomst met raads-, burger- en statenleden georganiseerd. Er is regelmatig overleg geweest met Wijk- en Dorpsraden, met initiatiefnemers en met belangenverenigingen in een Klankborgroep.
Communicatie heeft plaatsgevonden via bewonersbrieven (35.000 in de gemeente Oss en 17.000 in de gemeente ’s-Hertogenbosch), via sociale media, huis-aan-huis bladen en de officiële communicatiekanalen van de gemeenten. Er is een website met informatie over de Duurzame Polder (www.duurzamepolder.nl).
Een beschrijving van het Proces omgevingsparticipatie Duurzame Polder is toegevoegd aan het eindrapport Verkenning Duurzame Polder (2020).
Tijdens het maken van de plannen kunt u participeren. Uw menng telt. Nadat de plannen eind 2023 zijn afgerond wordt de formele besluitvorming gestart. Formeel bezwaar aantekenen tegen de plannen kan in de vergunningfase. De ontwerp-omgevingsvergunning en het projectMER, waarin de uitkomsten van de milieuonderzoeken zijn opgenomen liggen dan ter inzage. Daar kunt u een zienswijze op indienen, die de gemeenteraden meewegen in hun besluitvorming. Als de gemeenteraden vervolgens de vergunningen verlenen, staat nog de beroepsfase bij de Raad van State open.
De NRD Duurzame Polder ligt van donderdag 8 september tot en met woensdag 19 oktober 2022 ter inzage bij zowel de gemeente Den Bosch als de gemeente Oss. De NRD bevat de kaders van
en de onderzoeksmethodiek voor het MER: wat wordt in het MER onderzocht (reikwijdte) en op welke manier (detailniveau). Kort gezegd: de onderzoeksagenda.
De NRD is digitaal te raadplegen op www.duurzamepolder.nl/documenten
Tijdens de periode van terinzagelegging kan iedereen reageren op de NRD door een zienswijze in te dienen. U kunt bijvoorbeeld aangeven of er naar uw mening zaken of belangen over het hoofd worden gezien en suggesties doen. Natuurlijk kunt u ook andere relevante zaken naar voren brengen.
In het geval van de Duurzame Polder financieren lokale initiatiefnemers de windturbines. Een deel zal van de bank komen. Ongeveer 20% eigen vermogen moet worden ingebracht. Dat kunnen inwoners bijvoorbeeld samen doen. Ook bedrijven zouden hier aan mee kunnen doen of ontwikkelaars.
In het Klimaatakkoord is afgesproken dat bij opwekking van duurzame energie met windturbines op land wordt gestreefd naar 50% lokaal mede-eigendom van de omgeving. Dit kan bijvoorbeeld doordat buurtbewoners voor de helft eigenaar worden van de windturbines. Of doordat een deel van de winst wordt geïnvesteerd in buurtprojecten. Buurtbewoners kunnen zich daarnaast aansluiten bij een energiecooperatie, die de financiële participatie organiseert. Hoe het financiële model er precies uit gaat zien en wat de mogelijkheden zijn voor omwonenden om te participeren Is onderwerp van de gesprekken met initiatiefnemers en energiecooperaties.
Op dit moment ontvangt geen enkel windpark in Nederland subsidie(s) van de Rijksoverheid. Dit is het gevolg van de almaar stijgende energieprijzen. De verwachting is dat de subsidieregeling voor windparken op land na 2025 wordt beëindigd.
Kijk voor uitgebreide informatie over de energietransitie, windturbines, zonne-energie en andere vormen van duurzame energie op de landelijke website van de Regionale Energie Strategie.