Opbouw van het concept Voorkeursalternatief
Het concept Voorkeursalternatief is opgebouwd aan de hand van een aantal stappen.
Stap 1: Het concept Voorkeursalternatief is gebouwd op basis van een verschillende ontwerpprincipes uit het ontwerpend onderzoek.
Het eerste ontwerpprincipe is 'een helder landschappelijk concept'. Dit concept bleek belangrijk in het ontwerpend onderzoek en betekent dat we de windturbines in een cluster plaatsen. Dit cluster moet goed passen bij de huidige en toekomstige waarden van het gebied. Zo plaatsen we geen windturbines aan de noordzijde van de polder omwille van de bestaande en potentiële natuurwaarden. Het doel daarnaast is om de windturbines toe te voegen aan de landbouwactiviteiten in de polder en hierbij aan te sluiten op het grootschalige productielandschap. De andere twee ontwerpprincipes zijn gericht op ‘een logische opstelling’ en ‘een zorgvuldige inpassing en vormgeving’. Hier kunt u meer over lezen in het rapport van HNS.
Stap 2: Het concept Voorkeursalternatief wordt begrensd door een aantal factoren.
1. De buitengrenzen van het concept Voorkeursalternatief.
Naast de de meegegeven 1 km en 2 km afstand tot de bebouwde kom, houden we rekening met bestaande wegen en waterlopen als buitengrenzen van het concept Voorkeursalternatief.
2. Harde belemmeringen
Binnen deze grenzen liggen harde belemmeringen. Het gaat om wegen, waterlopen, bebouwing, aangewezen natuurgebieden, buisleidingen en hoogspanningsleidingen. Hier is het in beginsel niet mogelijk om windmolens te plaatsen.
3. Zones zonder windturbines
Het concept Voorkeursalternatief wordt begrensd door zones waar geen windturbines geplaatst worden om natuur te ontzien en geluidsoverlast zo veel als mogelijk te voorkomen. Hiermee wordt zoveel mogelijk rekening gehouden. En als we toch windturbines plaatsen binnen deze zone, kunnen we met maatregelen zoals mitigatie en compensatie de negatieve effecten alsnog beperken. Naast natuur en geluid, zijn er nog andere factoren zoals bijvoorbeeld slagschaduw. Ook deze zijn meegenomen in de ontwikkeling van het concept Voorkeursalternatief.
Stap 3: Het concept Voorkeursalternatief gaat uit van een aantal leidende principes.
1. Energieopwek
De gemeente ’s-Hertogenbosch heeft als doelstelling om 16 windmolens te plaatsen, waarmee ‘meer dan de RES-opgave’ wordt opgewekt. Met 16 windturbines van het grootste type (T2) wordt dit gerealiseerd, met windturbines van het minst hoge type (T1) niet. Dat blijkt uit de resultaten van het Plan-MER onderzoek.
In de gemeente Oss is de doelstelling 0,541 PJ. Dat is haalbaar met maximaal 8 tot 9 windturbines van het grootste type.
2. Geluid
Het aanhouden van minimaal 1 km afstand tot de bebouwde kom, leidt tot een maximale geluidsbelasting van 42 dB Lden in de bebouwde kom. Dat was een eis vanuit de gemeente Oss. Het is niet haalbaar om een geluidsniveau van 42 dB Lden toe te passen voor woningen ín de polder. Om genoeg ruimte te laten voor de windturbines, wordt voor woningen in het buitengebied de voorheen wettelijke norm van 47 dB Lden als bovengrens gehanteerd. We streven naar een geluidsbelasting van maximaal 45 dB Lden. Dit sluit aan op de nieuwe landelijke conceptnorm, die naar verwachting medio 2025 wordt vastgesteld.
Ter vergelijking: 40 dB komt overeen met zacht gesprek tussen twee personen. En 50 dB is vergelijkbaar met het geluid van een stofzuiger.
3. Natuur
In dit concept Voorkeursalternatief is zoveel mogelijk rekening gehouden met de natuurwaarden in het gebied. Er is gekozen om het noordwestelijk deel van het gebied grotendeels vrij te houden. Hier bevinden zich de grootste natuurwaarden. Het gebied dat gebruikt wordt door ganzen en smienten zal niet volledig behouden blijven in haar huidige vorm. Verder onderzoek is nodig om te kijken of windturbines mogelijk zijn in het ganzen- en smientengebied en hoe we het verlies kunnen compenseren.
Windturbines in de buurt van de Hertogswetering hebben mogelijk een nadelig effect op bepaalde natuurwaarden. Waar mogelijk wordt het verlies gecompenseerd en natuur aangeplant die niet lijdt onder de aanleg van een windpark. Momenteel voeren we nog aanvullend natuuronderzoek uit. Deze gegevens worden later in het concept Voorkeursalternatief verwerkt.
4. Landschap en vormgeving
Er wordt een landschappelijk aanvaardbaar plan gerealiseerd via een concentratie van windturbines in een duidelijk afgebakend deel van de polder. De windturbines moeten zorgvuldig in het gebied geplaatst worden zodat het er netjes uit ziet als we ernaar kijken. Het is daarom belangrijk om windturbines met dezelfde ashoogte, rotordiameter, gondeltype en kleur te kiezen.
Voor een verdere onderbouwing en andere ontwerpprincipes, verwijzen we u naar het rapport van HNS.
Stap 4: Ontwikkelkansen voor de deelgebieden
Wind is maar één onderdeel van de Duurzame polder. Daarnaast zijn er verschillende ontwikkelkansen om het gebied in de toekomst verder te ontwikkelen. De ontwikkelkansen zijn uitgewerkt voor vier thema's: natuur, landbouw, landschap en cultuurhistorie, en wonen en beleven. Ook deze nemen we mee in het concept Voorkeursalternatief. Lees meer over de ontwikkelkansen voor de vijf deelgebieden.